Een boom staat stevig met zijn wortels in de aarde verankerd en staat symbool voor de verbintenis tussen hemel en aarde.
Na een koude winter verlaat een bij zijn wintertros om uit te vliegen en voedsel te verzamelen. Hij vliegt in de eerste voorjaarszon van bloem tot bloem om nectar te verzamelen en bevrucht een net opengesprongen bloem in het ochtendgloren.
De bloem is bevrucht en de vrucht kan groeien. In het najaar kunnen de zaden in de vrucht verspreid worden. Dit kan op vele manieren, maar laten we er een tussenuit pakken. Een merel eet de vrucht. Het zaadje wordt niet verteerd, maar komt wel op die manier ergens anders terecht. De merel heeft een taak en scheidt het zaadje uit. De vogelpoep heeft een taak en bemest de plek waar het zaadje terechtkomt en het zaadje is geplant om in het voorjaar uit te lopen om nieuw leven te geven.
De boom groeit en bloeit en na vele jaren is hij geworden tot een mooi, volwassen en krachtig exemplaar. Er zijn bomen die al vele eeuwen voor de jaartelling op de manier zoals ik hierboven beschreef begonnen aan het leven en ze staan er nu nog steeds. Probeer je eens voor te stellen dat zo’n boom zou kunnen praten…
Het is voorjaar en de boom begint weer te ontwaken uit zijn ‘winterslaap’. De knoppen zwellen op en binnen afzienbare tijd staat hij weer helemaal in blad. Hij krijgt er weer zin in en leeft er op los tijdens het voorjaar en de zomer. Hij geeft beschutting aan de merel die zijn nestje bouwt tussen zijn lentebloesem. Hij vangt CO2 op uit de lucht en zet dit om in zuurstof voor ons.
Dan beginnen de dagen weer te korten en weet de boom dat de koude maanden weer in het verschiet liggen. Hij trekt de voedingsstoffen uit de bladeren en stopt zijn afvalstoffen erin terug. De herfstverkleuring van de bladeren is een feit. De merel voedt zich aan zijn vruchten en zaden, zodat de kringloop des levens in het nieuwe jaar weer door kan gaan.
Dan worden de dagen niet alleen steeds korter, maar ook kouder. De boom laat zijn bladeren vallen en deze vallen als een warme deken over zijn wortels heen.
De boom heeft zich tijdelijk teruggetrokken.
In het voorjaar als de bladeren verteren en weer als voeding voor de boom beschikbaar komen, begint de hele levenscyclus weer van voor af aan.
Bomen zijn niet alleen van levensbelang voor ons, ze kleuren ons leven. Ze begroeten ons in elk seizoen weer in een andere hoedanigheid. Hoe zou het zijn om een onverbrekelijke verbintenis met een boom te ervaren en de herinneringen aan onze dierbaren stevig verankerd in ons leven te behouden?
Deel dit artikel: